Betzy was een avontuurlijke vrouw met een voorkeur voor extreme omstandigheden. In weer en wind sjouwde ze met haar schildersspullen door barre streken en als ze niet op de Lofoten of de Noordkaap rondhing, stond ze wel op Vlieland in een vliegende storm.
Op foto’s is ze gekleed naar haar tijd: lange, hooggesloten japonnen, ingesnoerde taille en op de vroegste foto zelfs een bescheiden queue de Paris. Er zijn ook foto’s waarop ze een zuidwester draagt en een lange oliejas maar daaronder uit piept een strokenrok tot op haar schoenen.
Om geloofwaardig over haar avonturen te schrijven, verdiep ik me in de mode van toen. Hoeveel variatie was daarin, hoeveel bewegingsvrijheid had je in zo’n nauwe japon? Op You Tube is daar veel over te vinden (bijvoorbeeld: https://www.youtube.com/watch?v=RXkmtAbrDLU ). Hedendaagse coupeuses maken de kleding na en laten zien hoe vrouwen zich toen kleedden voor een bal, een wandeling of een bijeenkomst van suffragettes. De filmpjes tonen het stap voor stap, als een omgekeerde striptease. Hemdjes, korset, onderblouse, overblouse, onderrok, bovenrok, hesje, jasje en dan heb ik het nog niet over hoepels of kussentjes om het achteraanzicht wat allure te geven. In sommige filmpjes dragen vrouwen wel vijftien kledingstukken tegelijk.
Ik krijg nog meer respect voor Betzy dan ik al had. Al die kleren waren niet alleen onhandig op een touwladder (als je bijvoorbeeld van een postboot in een roeiboot stapte) maar ook loodzwaar als ze nat werden. Toch werd ook toen al rekening gehouden met bewegingsvrijheid want in een geschiedenis van het korset (waar je je als schrijver niet allemaal in verdiept) lees ik dat er extra soepele korsetten bestonden, speciaal voor dienstmeisjes. Dames hadden daar blijkbaar geen behoefte aan.